Voordat hij de islam aanvaardde, was Abu Bakr een van de rijkste mannen van Quraysh. Zijn vermogen bedroeg ongeveer 40.000 dirham. ¹ Toen hij echter met de profeet Mohammed naar Medina emigreerde, had hij slechts 4.000 of 5.000 dirham bij zich, ² omdat hij al zijn vermogen had besteed aan de islamitische zaak. Zoals de Heilige Koran zegt:

فَاَمَّا مَنْ اَعْطٰى وَاتَّقٰى 5 وَصَدَّقَ بِالْحُسْنٰى 6 فَسَنُيَسِّرُہٗ لِلْيُسْرٰى 7³

Dus hij die (zijn rijkdom in de weg van Allah) weggeeft en zich aan vroomheid wijdt, en het goede bevestigt (de Din, gedefinieerd als waarheid en leven na de dood door middel van liefdadigheid en godvruchtigheid), zullen Wij het hem spoedig gemakkelijk maken om (het welbehagen van Allah) te na te streven.

Deze verzen werden geopenbaard met betrekking tot Abu Bakr , omdat hij slaven kocht en bevrijdde die zich tot de islam hadden bekeerd en ernstig werden vervolgd door de polytheïsten van Mekka. Bovendien gaf hij zijn rijkdom uit waar de profeet Mohammed dat wilde. ⁴

De volgende verzen werden ook over Abu Bakr geopenbaard: ⁵

وَسَيُجَنَّبُهَا الْأَتْقَى17 الَّذِي يُؤْتِي مَالَهُ يَتَزَكَّى18 وَمَا لِأَحَدٍ عِنْدَهُ مِنْ نِعْمَةٍ تُجْزَى19 إِلَّا ابْتِغَاءَ وَجْهِ رَبِّهِ الْأَعْلَى20 وَلَسَوْفَ يَرْضَى21⁶

Maar de meest vrome zal hiervan (het Vuur) worden gered, die zijn rijkdom weggeeft (in de naam van Allah) om zuiverheid (van zijn ziel en bezittingen) te bereiken, en die niemand iets verschuldigd is dat hij wil terugbetalen. Integendeel, hij geeft uit om het welbehagen van zijn Heer, de Allerhoogste, te zoeken. En spoedig zal hij tevreden zijn (met Allah voor Zijn gunst en Allah met hem voor zijn trouw).

Abu Bakr , die bekend stond om zijn mededogen en vrijgevigheid, kocht en bevrijdde hulpeloze slaven in Mekka, waaronder vrouwen, oude mannen en kinderen, waarmee hij zijn diepe zorg voor de kwetsbare leden van de samenleving toonde. Ondanks het voorstel van zijn vader Quhafa om sterke en capabele mannen vrij te laten die hem mogelijk konden helpen, bleef Abu Bakr de zwakken en hulpelozen vrijlaten, omdat zijn daden uitsluitend werden ingegeven door zijn verlangen naar goddelijke beloning, zonder verwachting van wereldse winst. ⁷ Zijn onbaatzuchtige daden weerspiegelden zijn onwankelbare geloof en toewijding aan het zoeken naar Allah's welbehagen.

• ¹  Mahmood Sheet Khattab (1422 A.H.), Al-Rasool Al-Quaid, Dar Al-Fikr, Beirut, Lebanon, Pg. 467.
• ²  Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fi Seerat Khair Al-Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 3, Pg. 239.
• ³  Holy Quran, Al-Layl (The Night) 92: 5-7.
• ⁴  Abu Hayan Muhammad bin Hayan Al-Undulasi (1420 A.H.), Al-Behr Al-Muheet fi Tafseer, Dar Al-Fikr, Beirut, Lebanon, Vol. 10, Pg. 492.
• ⁵  Abu Al-Hasan Ali ibn Ahmed Al-Wahidi Al-Shafi (1430 A.H.), Al-Tafseer Al-Baseet, Jamia Al-Imam Muhammad ibn Saud Al-Islamiya, Riyadh, Saudi Arabia, Vol. 24, Pg. 88.
• ⁶  Holy Quran, Al-Layl (The Night) 92: 17-21.
• ⁷  Abd Al-Malik ibn Hisham (1955), Al-Seerat Al-Nabawiyah le-ibn Hisham, Shirkah Maktabah wa Matba’a Mustafa Al-Babi, Cairo, Egypt, Vol. 1, Pg. 319.